Dit nummer is helaas uitverkocht. U kunt het nog wel in ons digitaal archief raadplegen.
De populariteit van de swingjazz van de jaren ‘30 en ‘40 was volgens Wouter Turkenberg eenmalig. Maar de kracht van de muziek zélf, de onbegrensde mogelijkheden van swing en improvisatie, en niét de maatschappelijke condities hebben de jazz sindsdien doen voortleven zo stelt hij in het eerste artikel. Ger Tillekens laat vervolgens zien hoe de muzikale scharnierjaren 1955 en 1964 hun schaduwen vooruit wierpen. De jeugd van de jaren vijftig had met de rock-‘n-roll zijn eigen cultuur gecreëerd. Deze sloeg een kleine tien jaar later om in een tegencultuur met de opkomst van de Britse beat. Tussen 1964 en 1972 klonk de toon van deze tegencultuur nadrukkelijk door in de popmuziek. René Boomkens bespreekt in het derde artikel het ontstaan van de protestcultuur en het politieke karakter van de protestsong. De punkmuziek van de late jaren zeventig is volgens William Osgerby niet alleen kenmerkend geweest voor de culturele en politieke verhoudingen van haar tijd. Ze vond ook vaak haar weerslag op vele velden buiten de muziek, zoals mode, film, literatuur en anarchisme. In het laatste artikel geeft Vanden Broucke antwoord op de vragen hoe en waarom de hiphopcultuur in de jaren zeventig zich ontwikkelde binnen de sociaal achtergestelde milieus in ondermeer Bronx te New York. Het Supplement opent met de rubriek Hoog van de Toren. Hierin betoogt redactielid Lies Kombrink dat er een schadelijke kloof is ontstaan tussen de perceptie van de politiek bij burgers enerzijds en de werkelijkheid van regeren anderzijds. In de rubriek Historisch Erfgoed bespreekt Stefan van der Poel op persoonlijke wijze de ontwikkeling van de synagoge aan de Folkingestraat in Groningen. Als laatste spreekt Herman Langeveld in de rubriek Persoonlijkheden zijn fascinatie uit voor de politicus Willem Schermerhorn.