235 | Gender

In dit nummer schenkt Groniek aandacht aan gendergeschiedenis!

Thema-artikelen

Het themagedeelte van deze editie van Groniek opent met een artikel met een kunstzinnige invulling. Dan Taulapapa McMullin schrijft over de Fa’afafine, een groep mensen die een belangrijke rol speelt binnen de Polynesische en Samoaanse cultuur en die niet binnen de Europese standaarden van mannen, vrouwen en heteroseksualiteit past. Taulapapa McMullin beschrijft de geschiedenis van de Fa’afafine en hoe de westerse bezoekers en missionarissen in die regio op de hun bestaan reageerden. Taulapapa McMullin is niet alleen onderzoeker naar de geschiedenis van Fa’afafine, maar ook kunstenaar en dichter, dus om u als lezer een volledig beeld te geven van diens werk hebben we ook zijn kunst en poëzie verwerkt in het artikel.

Het tweede thema artikel is geschreven door Jonas Roelens en gaat om de Nederlandse geschiedenis van homoseksualiteit. Roelens beschrijft in zijn artikel de manier waarop er met homoseksuele handelingen (toen ‘sodomie’ genoemd) werd omgegaan in de Zuidelijke Nederlanden in de vijftiende eeuw. Sodomie, en andere ‘tegennatuurlijke’ handelingen, werden enorm zwaar bestraft in die tijd, maar die standaarden waren niet altijd gelijk voor mensen uit verschillende sociale kringen.

Het derde artikel in dit nummer betreft een meer theoretische benadering van het gebruik van het concept gender in historisch onderzoek. Rozemarijn van der Wal schrijft over het belang van de categorie ‘gender’ als invalshoek voor alle soorten geschiedenis en met name voor de universitaire studie geschiedenis. Aan de hand van een casestudy over Eileen Power, één van de voornaamste vrouwelijke historici uit de eerste helft van de twintigste eeuw, beargumenteert Van der Wal het belang van gender in de algemene geschiedschrijving.

In het laatste thema artikel van dit nummer schrijft Mireille Pardon over gender en mannelijkheid in middeleeuws Brugge. Ze schrijft over de plegers van geweld, op basis van de dossiers van gerechtsdeurwaarders. Pardon stelt dat het geslacht van de pleger van invloed was op de manier waarop zij straf ontvingen voor hun geweldsdelicten, omdat die te maken hadden met ideeën en verwachtingen van mannelijkheid. Mannen konden gemakkelijker geldboetes krijgen of verzoenende maatregelen met de familie van het slachtoffer treffen dan vrouwen, omdat geweld immers geassocieerd werd met mannelijkheid.

Supplement

Het supplementsgedeelte van dit nummer begint zoals gewoonlijk met een artikel in de rubriek Hoog van de Toren. Ditmaal geschreven door research master student Gerjan Borneman. Hij schrijft over de vraag of historische actoren in de filosofische situatie waarin er geen vrije wil zou bestaan, verantwoordelijk kunnen worden gehouden of geprezen kunnen worden voor hun daden. Borneman probeert in zijn artikel een middenweg te vinden tussen historische verantwoordelijkheid en (gebrek aan) vrije wil. Daarnaast schrijft Donvito Naaijer in de rubriek Personalia over Isabella de Moerloose, een zeventiende-eeuwse schrijfster en met name haar autobiografie het Vrede Tractaet uit 1696. Hij vraagt zich in het artikel af of haar onorthodoxe denkbeelden over mannen de reden waren voor haar uiteindelijke verbanning uit Holland. Ook nummer 235 wordt afgesloten met twee boekbesprekingen,waarvan één dubbele.