196 | Natuur

 

 

In Groniek 196 wordt uitgebreid stilgestaan bij de relatie tussen de mens en zijn eeuwige omgeving: de natuur. Chronologisch gaan de artikelen in zevenmijlslaarzen door de geschiedenis, om de wisselende verstandhouding tussen de mensheid en de natuur bloot te leggen. Hierbij willen de auteurs veralgemeniseerde opvattingen nadrukkelijk bevragen. Frits Naerebout en Stefan Penders maken een casestudy van de Romeinse rivieren in de oudheid en nuanceren hiermee het idee van de primitieve verering van de natuur in die tijd. Heikki Mikkeli toont vervolgens aan dat de klassieke tegenstelling tussen de Verlichting en de Romantiek ook wat diffuser zijn dan men over het algemeen aanneemt, zeker als het op de natuur aankomt. Hierna gaat Erwin H. Karel in op de spanning tussen maakbare natuur en de mens en zijn cultuur. De vraag is of er met de maakbaarheidspolitiek wel in het belang van ‘natuur’ of ‘cultuur’ wordt geredeneerd. Het laatste thema-artikel van Wybren Verstegen gaat in op de fatalistische toekomstvisies die er over het milieu geschetst werden in de twintigste eeuw, aan de hand van Clive Ponting’s A Green History of the World (1991).

Het supplement is ook deze keer weer rijkelijk gevuld. Noortje Baas, één onzer redacteuren, zal de reacties op het beeld van Lenin, dat enkele maanden in Assen heeft gestaan, analyseren in ‘Hoog van de Toren’. Roel Griffioen gaat in ‘Historisch Erfgoed’ in op de problematiek rondom stadsvernieuwing in Amsterdam Nieuw-West. Hij stelt dat culturele en sociale diversiteit bevordert wordt, en de publieke ruimte hiermee verloren gaat. Edwina Hagen schrijft voor ‘Persoonlijkheden’ een artikel over Rutger Jan Schimmelpennick. Door een nieuwe visie op ongebruikt primair bronnenmateriaal komt zij tot de conclusie dat hij geherwaardeerd moet worden. Tot slot sluit Bob Castelein af met een tweede artikel voor de rubriek ‘Persoonlijkheden’. Hij analyseert de invloed van de senator Barry Goldwater op de opkomst van de rechtervleugel in de Republikeinse partij.