219| Fin de Siècle

 

 

 

Nummer 219: Fin de Siècle is uit!

Op 31 december 1999 kopte een regionale krant in de Verenigde Staten: ‘World eagerly awaits 2000 with hope and fear’. De wereld stond op het punt om niet alleen een nieuwe eeuw binnen te stappen, maar ook een nieuw millennium waarbij de angst overheerste dat het einde van de wereld nabij was. Ook Groniek stond stil bij het ‘millenniumprobleem’, maar richtte zich daarbij op de millenniumwisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw, ook wel bekend als het fin de siècle (Frans: voor het einde van de eeuw). Het fin de siècle wordt vaak omschreven als ‘stijlperiode’, getypeerd door de overgangskunst tussen de negentiende en twintigste eeuw, maar ook belangrijke wetenschappelijke boeken zoals The origin of species (1859) dateren uit deze periode. Echter, het was meer dan een stijlperiode. Zo was er een enorme drang naar vernieuwing, deed het modernisme zijn intrek, was het de periode die voorafging aan de Eerste Wereldoorlog en refereert het aan zowel artistieke, morele, sociale als politieke opvattingen. Daarnaast geeft de term het levensgevoel wat destijds overheerste van een soort ‘cultuurmoeheid’ goed weer: een fatalistisch gevoel waarin men dacht aan het einde van een cultuurperiode te staan, om vervolgens een periode van verval binnen te gaan. Net als eind jaren 1990 keek men tijdens het fin de siècle argwanend naar de nieuwe eeuw.

Over de periode is veel geschreven, in het bijzonder over de vele kunst- en stijlvormen. Maar is dit onderwerp ook vanuit andere punten waar te nemen dan slechts als een stijlperiode? Met deze vraag in het achterhoofd besloot de redactie van Groniek hier een nummer aan te wijden waarin ook ruimte was om deze veelomvattende periode vanuit een breder perspectief te belichten.

Thema-artikelen

Het themagedeelte opent met een artikel van Reinbert Krol over de nervositeit in Duitsland aan het einde van de negentiende eeuw. Het land was destijds weliswaar een politieke eenheid geworden, maar de culturele eenheid ontbrak. Dit leidde tot een periode waarin Duitsland zich in een rap tempo ontwikkelde, hetgeen resulteerde in een ‘hyper-Duitsland’, maar was dit een louter Duits fenomeen? Chandak Sengoopta breekt in zijn artikel een tamelijk niew onderzoeksgebied aan door het fin de siècle vanuit niet-westers perspectief te belichten. Volgens Sengoopta waren bepaalde kenmerken van het de periode, zoals de omgang met verandering, versnelling en identiteit ook duidelijk merkbaar in niet-westerse landen. Naast Sengoopta betrekt ook Janny de Jong landen buiten het Westen bij dit onderwerp. In haar artikel stelt De Jong dat Japan tijdens het fin de siècle eenzelfde ontwikkeling als Europa doormaakte: kritiek op de modernisering, en op decadentie en verval. Charlotte Ashby schrijft in haar bijdrage over een dominante kunststroming tijdens het fin de siècle: Art Nouveau. Aan de hand van verschillende casestudies laat Ashby zien dat de natuur tijdens deze periode van modernisering en verandering, diende als een belangrijke inspiratiebron voor deze kunststroming. In het volgende artikel neemt Marijke Martin de lezer mee naar het fin de siècle in Praag. Zij laat middels haar artikel zien dat er ook andere architectuurstijlen dan Art Nouveau en Jugendstil werden aangetroffen in deze periode. Het themagedeelte sluit af met een artikel van Herwig Todts. Hij focust in zijn artikel op de culturele ontwikkelingen in de stad Antwerpen tijdens het fin de siècle. De kunst in Antwerpen ging juist niet mee in het impressionisme en Art Nouveau en stond daarmee tegenover culturele bolwerken zoals Brussel

Supplement

Het supplementsgedeelte opent met een ‘Hoog van de Toren’ geschreven door redacteur Linn van der Meij. Van der Meij zet in haar stuk de voor- en nadelen van de internationalisering van de opleiding geschiedenis uiteen. In de rubriek ‘Levend Verleden’ schrijft Arie van Steensel over de bijdrage van kastelen bij het vormen van steden tijdens de middeleeuwen. Tot slot interviewden redacteuren Hielke van Duuren en Mariska de Bone Mineke Bosch over de tentoonstelling ‘Strijd! 100 jaar vrouwenkiesrecht’ waaraan zij heeft meegewerkt.