Nummer 217: Midden-Oosten is uit
Het Midden-Oosten kent een hele lange, rijke geschiedenis en kenmerkt zich door een grote culturele, politieke, religieuze en etnische diversiteit die het te danken heeft aan haar geografische ligging op het kruispunt van Eurazië en Afrika. De regio is de bakermat van de allereerste menselijke beschavingen. Het schrift en manieren van landbouw bedrijven werden via de zijderoute doorgegeven aan de rest van de wereld en hebben hierdoor grote invloed gehad op alle andere menselijke beschavingen in de wereld. In de zevende eeuw n. Chr. werden de fundamenten van de huidige Midden-Oosterse identiteit gelegd toen de regio verenigd werd onder de islam door de islamitische kalifaten van de Omajjaden en Abbasiden. Onder hen floreerden cultuur en wetenschap en fungeerde het Midden-Oosten als doorgeefluik van oud-Griekse filosofische en wetenschappelijke kennis. De periode staat ook wel bekend als het ‘islamitische gouden tijdperk.’ Na 1650 zette het verval van het Ottomaanse rijk langzaam in onder invloed van de verzwakking van het sultanaat en de buitenlandse dreiging van Westerse imperialistische machten. In de Tanzimaatperiode (1839-76) werd nog gepoogd hier weerstand tegen te bieden door centralisering van de overheid en defensieve modernisering naar westers voorbeeld. Het mocht niet baten want eind negentiende eeuw viel een groot deel ten prooi aan de Franse en Britse imperiale machten totdat het na de Eerste Wereldoorlog definitief ontmanteld werd en opgedeeld werd in Europese invloedssferen. Tezamen met de zionistische kolonisatie van Palestina vormt dit de complexe religieuze en politieke dynamiek die heeft geresulteerd in de huidige conflicten in het Midden-Oosten
In dit nummer neemt Groniek u mee langs de rijke en diverse geschiedenis van het Midden-Oosten en hoopt daarbij inzicht te bieden in deze complexe regio en haar verleden.
Thema-artikelen
Karen Polinger Foster besteedt aandacht aan de bakermat van de menselijke beschaving en licht in haar artikel de bijzondere economische en politieke relatie uit tussen de oud-Syrische stad Mari en de Kretenzische Minoërs in de Oudheid. Wout van Bekkum tracht het Joodse verleden met het heden te verbinden in zijn zoektocht naar een verband tussen de stad Jeruzalem in de Oudheid en de huidige opinie van de Israëli’s hierover. Hasan Çolak werpt een nieuw licht op ‘tolerantie’ jegens niet-moslims in het vroege Ottomaanse rijk waarbij hij kritisch reflecteert op de beperkingen die het begrip met zich mee brengt. Willem van der Sluis focust zich juist op het late Ottomaanse rijk en biedt, middels de opvattingen van de politieke activist Jamal ad-Din “Al-Afghani”, inzicht in de allereerste islamitische ideologische reactie op de dreiging van het ‘moderne’ westen. Kiki Santing sluit het themagedeelte af met haar betoog dat de negatieve retoriek van de Egyptische Moslimbroederschap in haar tijdschrift De Oproep meer is dan een simpel geval van moslim-antisemitisme.
Supplement
In de ‘Hoog van de Toren’ onderzoeken redacteuren Rozemarijn van Grieken en Matina Nieuwenhuis hoe en of het Europese migratieverleden een handvat kan bieden in de aanpak van de huidige vluchtelingencrisis. In de rubriek ‘Levend Verleden’ kaart Wendy Landewé de bijzondere geschiedenis van Huis Doorn aan waar keizer Willem II zijn laatste jaren in ballingschap verbleef. Redacteuren Hielke van Duuren en Ingwer Walsweer delen in de rubriek ‘Tentoonstellingen’ hun bevindingen over de voormalige expositie Escher op Reis in het Fries Museum.
De redactie van Groniek wens u veel leesplezier toe!