180 | Levend Verleden: Het creëren van een historische ervaring

 

 

In deze editie van Groniek verlaten we de academie om een uitstapje naar het domein van de populairhistorische cultuur te maken. Een tocht langs themaparken, bioscopen en nagespeelde veldslagen leert ons dat er ook buiten de universiteit sprake is van een bemoeienis met het verleden. Tijdens deze excursie zal menig ‘professioneel’ historicus concluderen dat deze omgang met de geschiedenis zich niet laat vergelijken met zijn of haar dagelijkse bezigheden. Niet alleen trekt het wetenschappelijk onderzoek minder geïnteresseerden, ook de tekstoverstijgende aanpak van historische onderwerpen maakt de populaire geschiedenis tot een onbekend terrein. Maar juist in de manier waarop het verleden in het openbare leven wordt weergegeven, ligt de aantrekkingskracht waaraan het in ‘serieuze’ monografieën aan ontbreekt.

Dat de weergave van de geschiedenis binnen de populaire cultuur een belangrijke invloed op het historisch besef van het grote publiek heeft, moge duidelijk zijn. Ondanks de enorme populariteit van dergelijke historische ‘recreaties’ worden de verschillende vormen ervan door de wetenschappelijke wereld grotendeels genegeerd. En dat is jammer, temeer het uitbeelden van historische gebeurtenissen al eeuwenlang op grote schaal heeft plaatsgevonden. In dit themanummer nemen we daarom de sociale betekenis en historische ontwikkeling van reenactment nader onder de loep.

Het idee van het creëren van een historische ervaring – een ‘levend verleden’ – zal als een rode draad door de artikelen van het themagedeelte lopen. In vijf artikelen zal zowel op de amusements- als de educatieve en de politieke waarde van het fenomeen worden ingegaan. Het themagedeelte opent met het artikel De reenactment-theorie van Collingwood van Jan der Dussen. In dit artikel zal Van der Dussen het begrip en de perceptie ervan uitgebreid bespreken. In het tweede artikel, Historical reenactment en de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) van Tjark Blokzijl licht de auteur toe waarom reenactors geïnteresseerd zijn in het uitbeelden van gebeurtenissen uit het verleden. Om aan te tonen hoe reenactment in zijn werk gaat bespreekt hij als casestudy de Amerikaanse burgeroorlog. Het derde artikel van Frank van Vree met de titel Beleef het verleden! De enscenering van de historische ervaring in
de populaire cultuur
gaat in op verscheidende vormen waarin het verleden aan het grote publiek wordt gepresenteerd en de gevolgen hiervan voor de ontwikkeling van de historische cultuur in het algemeen. 

Studentenmaskerades in de negentiende eeuw als uniek ritueel is het vierde artikel geschreven door Pieter Caljé. Hij bespreekt de studentenmaskerades in Groningen, maar daarnaast bespreekt hij ook wat voor rol deze rituelen spelen in Delft, Leiden en Utrecht. Het themagedeelte sluit af met een artikel van Henk Gras over de Koningsdrama’s van Shakespear. De koningsdrama’s waren in de tijd waarin ze geschreven werden een typisch geval van het gebruik van het verleden om het heden te legitimeren. Hoewel ze tegenwoordig tot de minst populaire werken van Shakespeare behoren, waren ze in de zestiende eeuw hoogst belangrijk.

Het supplement vangt aan met een Hoog van de Toren van redactielid Thomas Slager, getiteld De terugkeer van de staat, waarin hij de relatie tussen staat en burger bespreekt. In de rubriek Historisch Erfgoed neemt Bert Treffers ons mee op een tocht door Rome. Hij beschrijft aan de hand van zijn persoonlijke ervaringen de overweldigende indrukken die de Eeuwige Stad op sterfelijke passanten achterlaat. Tot slot zal Dick de Boer in de rubriek Persoonlijkheden zijn persoonlijke band met de fascinerende historische personen de abt Emo van Wittewierum en ‘superpaus’ Innocentius III bespreken in De proost en de Paus. Hoe de wegen van de fascinerende persoonlijkheden elkaar kruisten.