Auteur: Lennart Steenbergen
‘Voor wie komt uit het riante Zuiden is het een belevenis het grauwe veen te zien dat op de atlas Drenthe heet om na enige uren met weidse blik de strakke Groningse wijdte te kunnen aanschouwen, een puike akker van ordentelijk verkavelde klei. Trouwens de temperatuursdaling waaraan men onderweg gestadig onderhevig is, is op zich al een unieke gewaarwording. Het is duidelijk dat men beland is in de barre diaspora, één stuk drooggewaaide Waddenzee, waarin de stad als een eertijds vastgelopen piratenschuit.’
Dit waren de woorden van Dries van Agt ergens begin jaren zestig na een bezoek aan Groningen, toen hij nog aan het begin stond van zijn politieke loopbaan. Bijna zestig jaar later was hij er weer, twee weken geleden, voor een vraaggesprek met Tom Schuringa. Dit interview completeerde het avondvullende programma van het lustrumsymposium ter ere van het vijftigjarig bestaan van Historisch Tijdschrift Groniek. Het was een bijzondere avond, waar tal van sprekers vanuit verschillende invalshoeken het thema ‘nostalgie’ belichtten.
‘Een puike akker van ordentelijk verkavelde klei’, zo moet het wellicht ook gevoeld hebben voor de oud-redacteuren die in grote getale waren teruggekeerd naar Groningen om het symposium bij te wonen en bovenal bijeen te komen met degenen met wie zij ergens in de periode 1967-2017 de redactie van Groniek hebben gevormd. Uit alle windrichtingen waren Groniquers naar het Van Swinderen Huys afgereisd. Sommige van hen namen tevens deel aan het diner voorafgaand aan het symposium, andere sloten samen met andere belangstellenden later op de avond aan. Nadat iedereen was ontvangen met een echt stukje Groniekiaanse oranjekoek, kon het symposium van start gaan.
Emeritus hoogleraar Frank Ankersmit was bij uitstek de geschikte persoon om het startschot te geven aan de avond, zoals hij ook één van de mensen is geweest die het startschot gaf aan het tijdschrift vijftig jaar geleden. De academicus vermaakte zich zichtbaar en nam het publiek mee in zijn lezing over nostalgie alsof hij weer voor een met studenten gevulde Offerhauszaal aan het doceren was. Voormalige mederedacteuren luisterden aandachtig en leken zelfs een beetje naar hem op te kijken. Mooi om te zien was ook de ontmoeting tussen de heren Ankersmit en Van Agt voor aanvang van de lezing, een samenkomen van twee charismatische makkers op leeftijd.
Nadat de bezoekers waren opgedeeld in drie groepen om een boeiende workshop bij te wonen over het gebruik van nostalgie tijdens de regeerperiode van keizer Augustus, nostalgie naar ‘ons Indië’ of het abstracte verlangen naar de tijd van de Koude Oorlog, was het de beurt aan Dries van Agt en Tom Schuringa om de avond af te sluiten. En hoe! Het werd een enerverend interview waarbij eerstgenoemde er zin in had en Schuringa kritische vragen tegelijkertijd niet vermeed. Velen hadden nog uren kunnen doorluisteren naar de verhalen over toen en nu van de oud-premier, ware het niet dat ‘deze jongen’ diezelfde avond nog terug moest reizen naar ‘het riante Zuiden’, in zijn geval Nijmegen. De borrel na afloop bood de mogelijkheid om onder het genot van een drankje én onder muzikale begeleiding van One For The Road na te praten over de interessante avond en de bureaudiensten van weleer.
De huidige redactie van Groniek blikt nog altijd met genoegen terug op de avond. Zij wil alle bezoekers, en in het bijzonder de sprekers, nogmaals hartelijk bedanken voor hun komst naar Groningen. Daarbij vervult ons met trots dat sedert twee weken geleden de linnen tasjes met daarop het sleutelcitaat van Ankersmit: ‘De historische realiteit ontstaat pas wanneer het verleden niet meer bestaat’, het Groningse straatbeeld sieren.
Wij kijken nu al uit naar de volgende Groniek-reünie. En voor nu heffen wij het glas heffen op vijftig jaar Groniek. Of beter gezegd, om de bewoordingen van Ankersmit aan te houden: ‘Plons!’