Auteur: Lennart Steenbergen
In 2006 schreef de Britse geleerde John Sutherland How to Read a Novel: een behulpzame handleiding die lezers moet helpen om gerichter en eenvoudiger het perfecte boek te vinden. Sutherland constateert dat een mens met de rijkdom van Bill Gates via het internet zo’n half miljoen boeken kan laten bezorgen. Met een werkweek van veertig uur en een tijdslimiet van drie uur per boek kost het je ongeveer 163 levens om ze allemaal te lezen. Zijn conclusie: we moeten kritisch selecteren wat we lezen. Maar hoe doe je dat? Ga je af op verkoopcijfers van boekhandels of websites, de reviews van critici, de eerste zin, of de omslag van een boek? Het antwoord van Sutherland: geen van deze opties! Hij beroept zich op de Canadese filosoof Marshall McLuhan (1911-1980), de auteur van de Gutenberg Galaxy (1962), die een halve eeuw geleden de oplossing al had gevonden. Blader naar pagina negenenzestig en begin te lezen, als deze bladzijde je bevalt koop dan het boek.
Met recht kan gesteld worden dat het dit maal de beurt is aan één van de meest invloedrijke boekwerken in de (westerse) geschiedenis. We hebben het hier over niets anders dan de Bijbel. In tijden van toenemende secularisatie lijkt dit boek (of beter: deze boeken) steeds minder gelezen te worden. Dat is toch frappant, gezien de stempel die het heeft gedrukt op onze geschiedenis en cultuur. De Pagina 69 test is een uitgelezen mogelijkheid eens te snuffelen in het heilige geschrift, dat na de afscheidsceremonie in groep acht van christelijke basisschool De Violier ongelezen op mijn plank is beland. Is het waard de Bijbel vaker open te slaan, alle religieuze lading even daargelaten?
Op pagina negenenzestig van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) vinden we de ‘Inleiding op Exodus’, een redactionele noot met daarin een beschrijving van de inhoud van het boekdeel alsook een leeswijzer. Van de lessen van (de ietwat bekrompen) meester Ewald heb ik nog onthouden dat Exodus, het Latijnse woord voor ‘uittocht’, het tweede boek van het Oude Testament is. Exodus verwijst naar de uittocht van het Joodse volk uit Egypte onder aanvoering van Mozes.
Op het eerste gezicht nodigt de inleiding niet bepaald uit tot verder lezen. De vertalers merken op dat door de vele herhalingen de verhalende tekst ‘soms een bijna bezwerend karakter’ krijgt. Daarnaast zou het boek door de opsomming van details (bijvoorbeeld over geslachtsregisters en instructies voor de priesterwijding) ‘soms eentonig’ worden. Desalniettemin voel ik een zekere neiging verder te lezen. De geslachtsregisters sla ik allicht over, maar Exodus behandelt tevens tal van boeiende verhalen. Denk hierbij aan de opstand van Mozes tegen de Egyptische farao en de daarmee samenhangende tien plagen. Of de tocht van het Joodse volk door de woestijn, waarbij Mozes ondermeer de tien geboden ontvangt van God. Wat we er allemaal van willen geloven is een verhaal apart, maar het lijken stuk voor stuk spannende narratieven, die bovendien een zeker inzicht verschaffen in de joods-christelijke traditie en haar normen en waarden. Uit historisch perspectief én omdat het bij vlagen erg boeiend is – het betreft hier dus geen jehova-achtige aansporing – zou ik daarom alleen al willen aanraden de Bijbel wat vaker open te slaan.