Keti Koti in Groningen: een wandeling langs het verborgen slavernijverleden

Auteur: Willem van der Sluis

In de Groene Amsterdammer van 28 juni jl. is het artikel, ‘Een land als zovele’, te lezen waarin het exceptionele geschiedbeeld van Nederland – unieke tolerantie, koopmanschap en innovatiedrift – wordt weerlegd door een nieuwe lichting historici. Zij beogen een ‘onverbiddelijk’ historisch realisme waarin de oorlogszucht, moordlust en uitbuiting, die de Nederlandse rijkdom mogelijk maakte, als structurele onderdelen van het geheel worden beschouwd. Op deze manier wordt het Nederlandse geschiedbeeld herschreven met meer oog voor ‘de samenhang van facetten in plaatst van slechts enkele “unieke” onderwerpen. Daarmee is ze niet alleen completer maar ook inclusiever.’ 

Een bijdrage aan een completere en inclusiever geschiedenis van Groningen is twee jaar geleden geleverd met het boek Sporen van het slavernijverleden in Groningen, van Margriet Fokken, Barbara Henkes en een aantal co-auteurs. Dit is een gids voor Stad en Ommeland met vier verschillende fietsroutes in de provincie en een wandelroute in de stad langs de vele plaatsen van het Groningse slavernijverleden. Met een eigen Kamer in de West-Indische Compagnie (WIC) en een stedelijke elite – denk aan de familie Feith – die grotendeels direct of indirect betrokken was bij de slavernij, was Groningen zeker geen kleine speler op dit gebied.

West-Indische Opslag

 

Ter viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863, tegenwoordig bekend als Keti Koti, werd afgelopen zondag een zeer informatieve stadswandeling georganiseerd door Alternative Tours Groningen met als gids historicus en co-auteur van het bovenstaande boek Lieuwe Jongsma. De wandeling begon aan de Reitemakersrijge, schuin achter Academie Minerva, oftewel de voormalige West-Indische Opslag. Hier werden schepen bevoorraad en goederen uit de koloniën opgeslagen, stond het kantoor met archief van de WIC, vond het dagelijkse bestuur plaatst en hadden sommige werknemers hun woning. Het bijzondere aan de huidige plek is dat de architect van een rij nieuwe woningen de namen van de belangrijkste West-Indische koloniën aan de buitenkant heeft geplaatst als verwijzing naar de tot dan toe onzichtbare geschiedenis van deze plek.

West-Indische Opslag 3(mapping slavery.nl)
Kaart van de voormalige West-Indische Opslag.

Ongeveer halverwege de wandeling kwamen we aan bij het Calmershuis aan de Oude Boteringestraat 24. Het werd in de eerste helft van de achttiende eeuw bewoond door de Zweedse kapitein Thomas van Seeratt (1676-1736) die van 1695 tot 1716 als kapitein in dienst was van de Kamer Stad en Lande van de WIC. Hij is bekend van het buitmaken van het Zeeuwse illegale smokkelschip, Vlissingens Welvaren, tijdens zijn laatste tocht in 1715 wat zijn aantal verkoopbare tot slaaf gemaakte bij aankomst op Curaçao aanzienlijk vergrootte. Opmerkelijk is dat er op het informatieplakkaat van het Calmershuis geen enkele referentie te vinden is aan deze achttiende-eeuwse bewoner en zijn geschiedenis. Hier moet zeker verandering in komen.
 

Het Calmershuis
De wandeling eindigde in de Herestraat waar Lieuwe ons vertelt over de welgestelde heer Woordman die in 1799 met een bediende van Afrikaanse afkomst achter op zijn koets door deze straat reed. Er brak om niet eenduidige redenen een opstootje uit waarbij de heer Woordman werd gemolesteerd. Volgens de auteurs van Sporen van het slavernijverleden van Groningen werd dit mogelijk veroorzaakt door zijn onvoorzichtige rijstijl, maar uit documentatie in de gerechtelijke archieven blijkt dat de handhavers van het gezag kozen om ‘de agressie toe te schrijven aan de simpele aanblik van een “swarte knegt” op de koets.’ Lieuwe benadrukt dat het refereren aan huidkleur in rechtelijk zaken niet gebruikelijk was. Dit maakt dit geval dan ook uniek. Het duidt erop dat de aanwezigheid van mensen met een Afrikaanse afkomst niet vanzelfsprekend was eind achttiende eeuw, ondanks dat dit aantal in deze periode toenam.

Dit waren slecht drie van de vele historisch interessante plaatsen die het slavernijverleden van Groningen herbergt. Dit verleden is niet duidelijk zichtbaar in de stad en het vereist dan ook enige specialistische kennis om het te ontwaren. Gelukkig ontbreekt het hier Lieuwe Jongsma niet aan. Ook is hij een zeer boeiend verteller (ook in het Engels) waardoor het onder zijn leiding erg interessant was om te ontdekken hoe sterk de slavernij verweven was met de stad Groningen.

Naast deze stadwandeling was er ook een ochtend- en middagvullend programma georganiseerd door een intiatiefgroep in samenwerking met NiNsee, Diaconie Protestanse Gemeente Groningen en Indonesisch restaurant de Omhelzing in en rond de Nieuwe Kerk. Omdat er een sterke behoefte is 'om doormiddel van cultuur, educatie en ontmoetingen een breder perspectief te bieden en het onderbelichte te benoemen', stond het programma vol met muziek, workshops, lezingen van gerenomeerde sprekers, kunst en heerlijk eten. Mede-initaitiefnemer, Roberto Refos, stelt dan ook terecht: "Tenslotte wil iedereen zich vrij, erkend en thuis voelen.' Ik was er helaas niet bij, maar volgend jaar zeker wel.