De geschiedenis van Groniek: Gockinga’s grandioze villa

Auteur: Mariska de Bone

Het is dit jaar vijftig jaar geleden dat Historisch Tijdschrift Groniek opgericht werd. Hoog tijd dus om een blik te werpen op het woelige verleden van ons tijdschrift. Uit het memorabele pand waar Groniek in 1967 gehuisvest was, blijkt dat de facilitaire zaken destijds een tikkeltje beter geregeld waren dan nu.

 

Ten tijde van de oprichting van Groniek was deze villa aan de Heresingel in het bezit van de Rijksuniversiteit Groningen. Sterker nog, het was het onderkomen van ‘Het Instituut voor Geschiedenis’. Het uiterlijk doet denken aan een Zwitsers chalet en dit was ook de precieze intentie van architect Abraham Salm. ‘Het Zwitserse Huis’, zoals de villa te boek staat, werd in 1894 gebouwd in opdracht van mevrouw H. Mees-Gockinga, weduwe van professor natuurkunde R.A. Mees. De in die tijd al zeer zeldzame chalet-stijl van de woning was een idee van Salm. Vlak na de oplevering was het huis het gesprek van de dag onder de Groninger elite omdat er tussen de slaapkamer van mevrouw Mees en de logeerkamer een deur zat.

Na het vertrek van mevrouw Mees bleef de villa lang particulier bewoond door mensen uit de bovenlaag van de Groningse samenleving. In 1966, dus slechts een jaar voor de oprichting van Groniek, werd het pand aangekocht door de Rijksuniversiteit Groningen, alwaar historici het pand bewoonden tot 1981. In deze villa kwamen dan ook de eerste jaargangen van Groniek tot stand. Tot 1989 werd het pand gebruikt door polemologen, die met hun onderzoek naar oorlog en vrede sinds 1962 het eerste Polemologisch Instituut in Nederland vormden. Begin 1989 verkocht de RUG het gebouw aan een notariskantoor. Tegenwoordig is het pand weer in gebruik als woonhuis.

 

Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven (RHC GrA), toegangsnr. 2129 Bouwvergunningen gemeente Groningen (1), 1863 – 1916, inv. nr. 32. Jaar 1832, Aanvraag van Mees-Gockinga, R.A.; wed. voor bouw van villa op adres Heresingel [13] (Kadasraal: H 9029), 1893-03-31. stuk 27778: tekening 1.

 

Sinds 1995 is het pand een Rijksmonument en wordt vooral gewaardeerd vanwege de ‘architectonische gaafheid van het exterieur’, waarbij gedoeld wordt op de contrastrijke kleurstelling, gedetailleerde houten constructies en afwisselende geleding. De zeldzaamheid van diens architecturale stijl, de Chalet-stijl kwam (en komt) eigenlijk maar zeer sporadisch voor buiten de wintersportlanden, maken het pand tot een ‘waardevol element’ in de Groningse binnenstad volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

De architect Abraham Salm is overigens geen kleine naam in de architectuurgeschiedenis. Zo is hij de architect van onder meer het aquarium in Artis en van de (tijdens het bombardement van 1940 vernietigde) Tivoli schouwburg in Rotterdam. Eén van zijn andere memorabele gebouwen is het gebouw aan de Amsterdamse Herengracht 380-382. Het woonhuis, dat inmiddels ook een rijksmonument is, bouwde Salm in opdracht van de Nederlandse tabaksplanter Jacob Nienhuys. Na zijn vertrek in 1909 werd het gebouw ingenomen door de Deutsche Bank, die er een marmeren kluis in lieten bouwen. Het gebouw is tegenwoordig een welbezochte locatie door (onder andere) historici: sinds 1997 is er namelijk het NIOD instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies gevestigd.

Tegenwoordig resideert Groniek in een, lichtelijk weggestopt, kantoortje van het RuG-gebouw aan de Turftorensingel.  De redactie van Groniek heeft helaas dus geen aanzienlijk pand meer, maar brengt met elke editie van Groniek toch weer een stukje van die grandeur terug!